Hybride golfclubs of reddingsclubs bestaan al een aantal jaren en worden nu gebruikt door enkele van de beste spelers.
Reddingsclubs zijn enorm gegroeid in populariteit onder professionals en amateurs omdat ze gemakkelijker te raken zijn dan lange ijzers of fairway houten. Het geheim van hun succes ligt in de manier waarop de clubs zijn gebouwd. De holte aan de achterkant van reddingsclubs is dieper en breder, Dit betekent dat fabrikanten het gewicht naar de omtrek van het clubhoofd kunnen verplaatsen. Door het gewicht naar de buitenrand van de club te verplaatsen, ontstaat er een hoog traagheidsmoment (MOI) bij impact. MOI is de hoeveelheid die een club draait bij impact.
Clubs met een hoger traagheidsmoment draaien minder en geven meer afstand bij off-center slagen en zorrgen voor rechtere slagen. Lange ijzers, vooral clubs met bladen, hebben een lager traagheidsmoment, wat betekent dat ze meer draaien bij off-center slagen en minder vergevingsgezind zijn. De hybride of reddingsclubs zijn een combinatie van lang ijzer en fairwayhout (hybride) en een goede keuze bij een slechte ‘lie’ (ligging) van de bal.
Dit hybride ontwerp is terug te zien in de brede, gladde zool van reddingsclubs. De vorm van de zool en het diepe zwaartepunt helpen ballen uit een slechte ligging te tillen, inclusief hoog gras in de rough en zelfs zand.
Omdat hybriden een combinatie zijn van een lang ijzer en een fairway hout, is je stand en slag ook een combinatie van lang ijzer en fairway hout.
De bal moet voor het midden in de stand worden geplaatst, een paar centimeter binnen de linkerhiel (voor een rechtshandige golfer). De voeten, heupen en schouders staan haaks op de bal-naar-doellijn, ervan uitgaande dat de golfer een rechte slag wil slaan. Vanwege de lengte en het ontwerp van de zool, moet de bal in de neerwaartste slag geraakt worden, in plaats van de bal van het oppervlak weg te vegen als een fairwayhout, probeer je de grond net na de bal te raken.